Winter: de basis leggen
In de winter begint ons werk bij de bodem. Je analyseert samen met de teler de grondmonsters, beoordeelt nutriëntentekorten of -overschotten en stelt op perceelsniveau een bemestingsplan op. Daarbij bespreek je ook de inzet van organische mest en stem je die af op de behoeften van het gewas. Zo help je boeren een efficiënt en wettelijk kloppend plan op te stellen dat ook kosten bespaart.
Voorjaar: plan omzetten in praktijk
In februari wordt het plan concreet. Je begeleidt de teler bij de praktische uitvoering: van de keuze van groenbemesters tot het beoordelen van profielkuilen en het aanpakken van storende lagen in de bodem. Zelfs details als bandenspanning en bandtypes bespreek je – omdat ze grote invloed kunnen hebben op bodemstructuur en opbrengst.
Zomer: monitoren en bijsturen
Zodra het gewas groeit, blijf je de vinger aan de pols houden. Met behulp van plantsapanalyses houd je de voedingstoestand van het gewas in de gaten en geef je tijdig advies over bijbemesting. Omdat je onafhankelijk werkt, geef je altijd advies dat écht bij het perceel en de situatie past – niet vanuit een product, maar vanuit de teelt.
Najaar: terugkijken en vooruitblikken
Na de oogst neem je samen met de teler het seizoen onder de loep. Wat ging goed? Wat kan beter? De inzichten uit deze evaluatie gebruik je direct als input voor het volgende teeltjaar. Zo werk je continu aan verbetering – voor de bodem, voor het gewas en voor het bedrijf van de teler.